Zoek
Sluit dit zoekvak.

Kennispublicatie: Inspectiecertificering kan leiden tot schijnveiligheid

Let op! Het op papier voldoen aan de regelgeving, betekent nog niet dat een gebouw ook daadwerkelijk veilig is. Brafon Brandveiligheidsmanagement licht graag samen met zusterorganisatie Obex een en ander toe in onderstaande kennispublicatie, om u te waarschuwen voor onveilige situaties.

Vanuit het huidige publiekrecht is het in bepaalde situaties vereist om een inspectiecertificaat te laten afgeven op de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie. Het Bouwbesluit 2012 schrijft voor wanneer aan deze eis voldaan moet worden. Het doel van een inspectiecertificaat (op basis van het CCV-inspectieschema) is dat door middel van één verklaring wordt aangegeven dat de kwaliteit van de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie voldoet en dat de samenhang tussen de bouwkundige, installatietechnische en organisatorische (BIO) maatregelen in een gebouw geborgd is. Dit klinkt mooi op papier, maar kan in de praktijk averechts werken en daarmee leiden tot ‘schijnveiligheid’.

Een goed voorbeeld is omschreven op basis van een nieuw te bouwen gebouw. De bouw dient te worden afgestemd op het beoogde gebruik. Vanuit de van toepassing zijnde gebruiksfunctie wordt het gebouw ingericht, op zo’n manier dat bouwkundig en installatietechnisch wordt voldaan aan de voorschriften.

Bij een groepszorgwoning, bestemd voor verlening van 24-uurs zorg, geldt de benoemde inspectiecertificeringsplicht. Een daartoe geaccrediteerde instelling zal de brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie inspecteren, waarbij er in feite aan de hand van een checklist wordt bepaald of de installatie voldoet aan alle hierop van toepassing zijnde eisen. Deze inspectie vindt vaak net voor opening van het gebouw plaats. Een onderdeel van deze inspectie is een controle van het ontruimingsplan. En juist aan de hand van dit ontruimingsplan kan goed worden aangegeven waar de schoen wringt.

Een integrale aanpak

Een ontruimingsplan moet aangeven op welke wijze de organisatie de ontruiming (bij brand en andere calamiteiten) heeft ingericht. Vanuit de artikelsgewijze toelichting op het Bouwbesluit is te herleiden wat in dit ontruimingsplan moet staan. Hierin wordt als advies verwezen naar de NTA-8112 voor het opstellen van een ontruimingsplan (deze NTA-8112 reeks is reeds vervangen door de NEN 8112). De eerste stap die in deze norm staat beschreven, is het opstellen van een risicoanalyse. De risicoanalyse (is een onderdeel van de RI&E) zal in eerste instantie in kaart brengen welke risico’s er aanwezig zijn in het gebouw. Op basis van de bevindingen uit deze analyse kan het (maatwerk) ontruimingsplan (en hiermee de ontruimingsorganisatie) worden opgesteld. Om de BIO-maatregelen integraal en gelijkwaardig op elkaar af te stemmen ligt het voor de hand om deze risicoanalyse multidisciplinair op te laten stellen. Zodoende kan er een samenhangend pakket aan maatregelen tot stand komen.

In de praktijk echter zal de eigenaar van het gebouw (wanneer dit niet de gebruiker betreft) in de beginfase van de bouw enkel bezig zijn met de bouwkundige en installatietechnische maatregelen en minder of niet met organisatorische maatregelen. De bouwkundige en installatietechnische voorzieningen worden niet of niet volledig afgestemd op het toekomstige gebruik, terwijl de gebruiker ten tijde van gebruik moet zorgen voor een veilige situatie. Zo ook bij brand. De gebruiker kan pas een goed beeld vormen van de risico’s wanneer bekend is op welke wijze het gebouw wordt opgebouwd en ingericht. 

Komen tot een maatwerk ontruimingsplan

Nu komen de problemen in de praktijk naar boven. Om tot een maatwerk ontruimingsplan te komen dienen de volgende stappen genomen te worden:

  • Opstellen risicoanalyse
  • Bepalen van de beheersmaatregelen
  • Inrichten van de Bedrijfs Nood Organisatie (BNO)
  • Implementatie van de BNO
  • Borging en evaluatie 

In de situatie dat de gebruiker van het gebouw niet in een vroegtijdig stadium bij de plannen betrokken is, kunnen deze stappen in deze fase, net voor oplevering, niet genomen worden. Daardoor is het in een groot aantal gevallen niet mogelijk om een maatwerk ontruimingsplan op te stellen. Doordat er geen ontruimingsplan voor het gebouw aanwezig is, kan de inspectie instelling de organisatorische maatregelen niet beoordelen en kan er geen inspectiecertificaat worden afgegeven. Dit kan dit de ingebruikname van het gebouw door de gebruiker in de weg staan.

Om toch tot certificering over te kunnen gaan wordt er vaak een ontruimingsplan opgesteld zonder voorgaande stappen te nemen, waardoor de samenhang met de bouwkundige en installatietechnische maatregelen betwist kan worden. Op basis van dit plan kan echter wel een inspectiecertificaat afgegeven worden en dat kan leiden, zoals reeds benoemd, tot schijnveiligheid. Daarbij moet worden benoemd dat de inspecteur het ontruimingsplan op hoofdlijnen beoordeeld, niet tot in detail. 

Risicodenken in plaats van regelgericht denken

Aangezien de eindverantwoordelijkheid voor brandveiligheid van het gebouw bij de eigenaar (en gebruiker) ligt, en dus niet bij de inspectie instelling, is een beter alternatief denkbaar. Optimaal is het dat allereerst beleid wordt geformuleerd over hoe de organisatie om wil gaan met brandveiligheid binnen haar totale vastgoedportefeuille. Geadviseerd wordt om dit beleid te baseren op het risicodenken en af te stemmen op het eigen ambitieniveau. Op basis van dit beleid zal, eventueel samen met de eigenaar, in een vroegtijdig stadium een integraal plan voor het betreffende gebouw opgesteld moeten worden waarin de samenhang van de BIO-maatregelen wordt vastgelegd. De gebruiker kan daarna een ontruimingsplan op (laten) stellen dat is afgestemd op het gebouw, in relatie tot de doelgroep en aanwezige risico’s.

De hiervoor benodigde expertise kan eventueel extern worden betrokken maar het uiteindelijke plan zelf is altijd een product van de gebruiker. Op deze wijze zal meer risicogericht dan regelgericht naar de brandveiligheidsmaatregelen van het gehele vastgoedbestand gekeken worden en niet enkel naar de inspectiecertificaat-plichtige gebouwen. Zodoende wordt de ‘echte’ veiligheid verhoogt en mogelijk aanwezige schijnveiligheid weggenomen.

Brafon en Obex kunnen u helpen bij een maatwerk aanpak

Brafon kan u helpen met het op een juiste manier opstellen van uw (brand)veiligheidsbeleid? Brafon is voor elke gebouweigenaar en gebruiker het brandveiligheidsadviesbureau. Dankzij een breed portfolio op het gebied van brandveiligheid kan Brafon u adviseren en ontzorgen voor uw complete vastgoedbestand. Samen met Obex kan er een unieke integrale aanpak gerealiseerd worden, waarbij de volledige BIO-maatregelen op een veilige manier op elkaar kunnen worden afgestemd.

Disclaimer:
Dit artikel is geschreven ten tijden van het Bouwbesluit 2012. Dit artikel moet nog aangepast worden aan het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving 

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?