Search
Close this search box.

Kennispublicatie: zelfsluitende brandwerende deuren in woongebouwen

Zelfsluitende brandwerende deuren kunnen een significant positieve bijdrage leveren aan de overlevingscondities en de vluchtveiligheid bij een brand. Uit onderzoek van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) blijkt dat in 2020 vijftig woningbranden met dodelijke afloop zijn geregistreerd. In 52% van de fatale woningbranden werd genoemd dat er sprake was van dichte deuren of ramen, waardoor brand en/of rook zich niet verder konden uitbreiden. De kennispublicatie van deze maand duikt in de regelgeving rondom zelfsluitende deuren. 

Het belang van het beperken/voorkomen van rookverspreiding buiten het appartement waarin de brand is ontstaan is aanvullend hierop recentelijk door het Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) middels een aantal praktijkexperimenten in een woongebouw met inpandige gangen inzichtelijk gemaakt. Voor de belangrijkste conclusies van het experiment kunt u onze eerder gepubliceerde kennispublicatie ‘Onderzoek rookverspreiding in woongebouwen’ van 5 november 2020 raadplegen. 

Het beschermen van aanwezige personen is de primaire doelstelling vanuit de brandveiligheidsvoorschriften, zoals opgenomen in de bouwregelgeving. Het beperken van vermogensschade door brand niet. Echter moet worden opgemerkt dat de gebouwschade bij een open deur van de brandruimte aanzienlijk groter is vergeleken met situaties waarbij de deur van de brandruimte gesloten is.  

Ter illustratie, in april 2021 is een brand ontstaan in een woongebouw in Delden, waarbij de toegangsdeuren van de appartementen niet zelfsluitend waren uitgevoerd. De vluchtende bewoner van het appartement waarin de brand is ontstaan heeft de deur van het appartement (het brandcompartiment) niet gesloten, waardoor rookverspreiding via de inpandige gang heeft plaats kunnen vinden. Op basis van de rook- en roetschade aan het gebouw (buiten de brandruimte) konden de bewoners van het woongebouw een aantal weken niet terugkeren naar hun appartement.  

Zelfsluitende, brandwerende deuren kunnen de veiligheid binnen gebouwen sterk verhogen en de schade beperken. In deze kennispublicatie wordt u bijgepraat over de vigerende eisen aangaande zelfsluitendheid van toegangsdeuren van appartementen binnen een woongebouw.  

Zelfsluitendheid brandwerende deuren – eisen bouwregelgeving 

De zelfsluitendheid van brandwerende deuren is geregeld in artikel 6.26 van het Bouwbesluit 2012. Vanuit lid 1 dient elke deur gelegen in een inwendige scheidingsconstructie, waarvoor een eis aan de Weerstand tegen Branddoorslag en Brandoverslag (WBDBO) of Weerstand tegen Rookdoorgang (WRD) geldt zelfsluitend te zijn. Dit betekent dat eventueel aanwezige brandwerende deuren in de buitengevel (ter voorkoming van brandoverslag via de buitenlucht) niet zelfsluitend hoeven te worden uitgevoerd.  

Een uitzondering voor de woonfuncties is in lid 2 van artikel 6.26 opgenomen.  

Art. 6.26 lid 2: “Het eerste lid geldt niet voor een deur in een niet-gemeenschappelijke doorgang in een bestaand woongebouw”. Op basis van de definitie van de term ‘gemeenschappelijk’ (zie art. 1.4 lid 2 van het Bouwbesluit 2012), geldt de eis aangaande zelfsluitendheid niet voor de toegangsdeur van de appartementen van een bestaand woongebouw.  

Lid 2 van artikel 6.26 is per 1 juli 2020 aangepast, door de toevoeging van de laatste vier woorden (“… in een bestaand woongebouw”). Deze wijziging van het artikel heeft geresulteerd in zwaardere eisen voor nieuw te bouwen woongebouwen, waarbij de toegangsdeuren van appartementen grenzend aan een inpandige gang wel zelfsluitend moeten worden uitgevoerd.   (N.B. Voorheen moesten enkel de toegangsdeuren van een nieuw te bouwen portiekflat vanuit de Regeling Bouwbesluit 2012 zelfsluitend worden uitgevoerd).  

Voor een woonfunctie voor kamergewijze verhuur en de groepszorgwoning (verbijzondering van de woonfunctie voor kamergewijze verhuur) gelden er afwijkende voorschriften m.b.t. de zelfsluitendheid van brandwerende deuren. Op basis van artikel 6.26 lid 4 geldt de eis aangaande zelfsluitendheid enkel voor deuren gelegen in een niet-gezamenlijke doorgang. Dit betekent dat de toegangsdeuren van de woonfunctie wel zelfsluitend dient te zijn uitgevoerd (voor nieuwbouw en bestaande bouw), maar dat de eventueel brandwerend uitgevoerde deuren van de wooneenheden (slaapkamers) niet zelfsluitend uitgevoerd hoeven te zijn.  

Wijzigingen per 1 juli 2021 

Sinds 1 juli 2021 zijn (vooruitlopend op de implementatie van de nieuwe Omgevingswet) een tweetal leden aan artikel 6.26 toegevoegd, lid 5 en lid 6. Deze twee nieuwe leden worden uitsluitend voor een andere woonfunctie aangestuurd.  

Art. 6.26 lid 5 
Conform lid 5 dient de toegangsdeur van een woonfunctie alleen zelfsluitend te zijn bij brand in de woonfunctie of het woongebouw waarin de woonfunctie is gelegen. Deze wijziging van de wettekst impliceert dat toegangsdeuren van appartementen grenzend aan een besloten gang bij nieuwbouw moeten worden voorzien van een vrijloopdeurdranger. Vrijloopdeurdrangers worden aangestuurd door een rookmelder en treden pas in werking bij een gedetecteerde brand.  Gezien een nieuw te bouwen woonfunctie (en bij functiewijziging tot woonfunctie) de aanwezigheid van NEN 2555 rookmelders vanuit het vigerende Bouwbesluit 2012 (en tevens vanuit het toekomstige BBL) vereist is, kunnen deze vrijloopdeurdrangers worden aangestuurd door de aanwezige rookmelder binnen het betreffende appartement.  
N.B. Aanvullend op de aansturing vanuit NEN 2555 rookmelders kunnen vrijloopdeurdrangers tevens door een automatische melder van een brandmeldinstallatie worden geactiveerd.

De reden om vanuit artikel 6.26 (de manier waarop de toegangsdeuren zelfsluitend moeten worden uitgevoerd) voor te schrijven is in par. 3.2 van de nota van toelichting (van het in mei 2020 door de overheid gepubliceerde voorhangbesluit) benoemd. Op basis van uitgevoerde onderzoeken is uit de praktijk gebleken dat reguliere deurdrangers in het dagelijkse gebruik als belemmerend worden ervaren en hierdoor vaak onklaar gemaakt worden door de gebruikers (loskoppelen deurdranger).    

Woonfuncties zijn vanuit artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) niet omgevingsvergunningsplichtig voor de activiteit brandveilig gebruik. Aanvullend hierop geldt voor de meeste woonfuncties vanuit artikel 1.18 van het Bouwbesluit 2012 geen verplichting tot het doen van een gebruiksmelding (enkel woonfuncties voor kamergewijze verhuur zijn meldingplichtig). Op basis hiervan ontbreekt het periodieke toezicht/de controle door de overheid, waardoor overtredingen (zoals het forceren van deurdrangers) veelal niet worden opgemerkt en er geen handhaving plaatsvindt.    

Art. 6.26 lid 6 
Aanvullend hierop gelden er sinds 1 juli 2021 aanvullende eisen aangaande zelfsluitendheid van toegangsdeuren van woonfuncties bij verbouw en functiewijziging. Vanuit de vigerende bouwregelgeving dienen brandwerende toegangsdeuren van woonfuncties tevens bij verbouw zelfsluitend te worden uitgevoerd (doormiddel van een vrijloopdeurdranger).  

Bij een verbouwactiviteit wordt het verbouwvoorschrift vanuit het Bouwbesluit 2012 relevant. Ditzelfde geldt voor het begrip ‘rechtens verkregen niveau. Vanuit artikel 1.12 lid 2 van het Bouwbesluit geldt bij ‘het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een installatie wat betreft hoofdstuk 6 het rechtens verkregen niveau’.  

Onzes inziens impliceert dit dat enkel bij een verbouwing van een toegangsdeur welke reeds is voorzien van een deurdranger (o.b.v. artikel 6.26 van het Bouwbesluit 2012) de eis aangaande zelfsluitendheid geldt. Naar mening van Brafon kan de doorgevoerde wijziging immers niet het doel beogen om een eigenaar bij het opwaarderen/verbeteren van een bestaande brandwerende deur (bijvoorbeeld door het toepassen van een brandwerende strip) een “straf” op te leggen door aanvullende werkzaamheden (in de vorm van het toepassen van een vrijloopdeurdranger en eventueel aanvullend een rookmelder) te eisen.  

Door de veiligheid in een bouwwerk te vergroten kan het onzes inziens niet zo zijn dat (wanneer wordt voldaan aan de afgeven bouwvergunning/omgevingsvergunning activiteit bouwen en het niveau bestaande bouw) er aanvullende voorzieningen worden geëist. Dit druist in tegen de begripsbepaling ‘rechtens verkregen niveau’ en leidt tot een enorme kostenpost voor gebouweigenaren.   

De bovenstaande zienswijze ligt tevens in lijn met de definitie en nota van toelichting van de term ‘rechtens verkregen niveau’ vanuit het komende Besluit Bouwwerken en Leefomgeving:  

“… Aan de belangrijke rol voor het begrip rechtens verkregen niveau bij het verbouwen van bouwwerken ligt de gedachte ten grondslag dat verbouwingen niet mogen leiden tot een lager kwaliteitsniveau dan het feitelijke kwaliteitsniveau van het bouwwerk voorafgaande aan het verbouwen.”  

Op basis van de recentelijke wijziging van de publiekrechtelijke eisen aangaande de zelfsluitendheid van toegangsdeuren van woonfuncties wordt geadviseerd de uitgangspunten hieromtrent voorafgaand aan een verbouwing met het bevoegd gezag af te stemmen. Brafon Brandveiligheidsmanagement kan u hierbij middels een gedegen maatwerkadvies adviseren en ondersteunen.  

Meer over brandveiligheidsvoorschriften van een woongebouw 

Om een volledig inzicht te krijgen in de geldende brandveiligheidsvoorschriften vanuit het Bouwbesluit 2012 en/of het Besluit Bouwwerken en Leefomgeving biedt onze zusterorganisatie Obex Opleidingen de opleidingen Brandpreventiedeskundige 1 en Van Bouwbesluit naar Besluit Bouwwerken Leefomgeving aan. De opleiding Brandpreventiedeskundige geeft een volledig en integraal beeld van brandveiligheid. Hiermee ligt de nadruk op het toetsen van brandveiligheid op juridisch, bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch gebied.  Tijdens de opleiding Van Bouwbesluit naar Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) krijgt u een volledige uiteenzetting van de door te voeren wijzigingen van de brandveiligheidsvoorschriften in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving, dat op 1 juli 2022 van kracht wordt. Op deze wijze bent u zo optimaal mogelijk voorbereid op het komende stelsel omgevingsrecht op gebied van brandveiligheid.  

Disclaimer:
Dit artikel is geschreven ten tijden van het Bouwbesluit 2012. Dit artikel moet nog aangepast worden aan het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving 

Deel deze post op:

Dit is misschien ook interessant voor je?